Proeftuinnieuws

Extra stengel aanhouden bij tomaat

Op veel bedrijven wordt in deze periode een extra stengel aangehouden. Bij de vroege(re) plantingen is dat al gebeurd na het planten door de planten te verdubbelen of iets later in de teelt door een extra scheut aan te houden. Bij plantingen van januari wordt dit meestal rond deze tijd gedaan. Verkleinen van de kopafstand is alleen succesvol wanneer de lichtcaptatie van de planten niet in het gedrang komt. Het is dan ook begrijpelijk dat de kopafstand bij vroege plantingen een stuk hoger ligt dan bij latere plantingen.

Waarom extra stengels?

Door het aanhouden van een extra stengel wordt het aantal stengels per m² verhoogd, waardoor ook de opbrengst per m² toeneemt. Vaak maakt het verhogen van de stengeldensiteit het ook mogelijk om een beter kasklimaat te handhaven in de zomer. Vooral schralere gewastypes krijgen het moeilijk in warme omstandigheden wanneer het gewas te open is. Door te verdampen koelen de planten immers zichzelf en helpen ze om de kastemperatuur te verlagen. De eindstengelafstand is dus afhankelijk van het gewastype: schralere gewastypes met een lager bladoppervlak per m² staan beter wat nauwer. Door bijkomende stengels te creëren, wordt zowel het verdampend bladoppervlak verhoogd als het bladoppervlak dat aan fotosynthese kan doen. Vooral in lichtrijke omstandigheden kan hiervan dankbaar gebruik worden gemaakt om het rendement van de teelt te verhogen. Houd er wel rekening mee dat het verhogen van de stengeldensiteit ook leidt tot meer arbeid in de teelt. Hogere stengeldensiteiten verlagen meestal ook het vruchtgewicht. Bij tomaattypes die een minimum maatsortering vereisen voor een goede prijsvorming, moet je hier rekening mee houden. Te nauw planten bij een vegetatief gewas zal het vegetatief karakter van de teelt verhogen en kan bijvoorbeeld bij trostomaten aanleiding geven tot kniktrossen of in extreme gevallen wankleurigheid. Indien het gewas te gesloten dreigt te worden, moet je dan ook tijdig en voldoende blad wegnemen, bij voorkeur reeds in een jong stadium in de kop van de plant.

Aandachtspunten bij het aanhouden van extra stengels

De belangrijkste factor voor succes is de kwaliteit van de scheut. Kies in de eerste plaats voor een sterke scheut. Is die er (nog) niet, wacht dan liever nog een week. Het plantstadium op dit moment is bepalend in die mate dat de plant voldoende kracht moet hebben om een goede scheut te kunnen produceren. De plant mag niet te sterk belast zijn of worden in de weken tijdens de uitgroei van de stengel. Bij de keuze van de scheut kan je tevens rekening houden met het feit dat de scheut in het bladoksel onder de tros meestal sterker is dan de scheuten van de andere bladoksels.

Houd een scheut aan in het bladoksel onder de tros; deze is meestal sterker dan de scheuten van de andere bladoksels.

Zorg ervoor dat er op elke mat evenveel extra stengels worden aangemaakt. Wanneer dit niet gebeurt, is het aantal druppelaars per stengel niet overal gelijk en zal er bijgevolg heterogeniteit ontstaan. Indien mogelijk neem je de scheut het best op de plant het dichtst bij het draingat. Deze stengel zal meer water krijgen en heeft dus een licht voordeel. De scheut wordt bij voorkeur aangekoord met het hoofdtouw; de hoofdstengel wordt bevestigd aan het nieuwe touw en wordt zo gepositioneerd dat hij zeker niet boven de scheut uitkomt, zodat deze laatste zoveel mogelijk licht krijgt en sterk kan weggroeien. Door de nieuwe stengel aan het hoofdtouw aan te binden, kan deze recht en strak omhoog worden geleid en wordt een goede sapstroom naar de scheut verzekerd. Dit geeft de scheut opnieuw een bijkomend voordeel. Zorg bij het zakken van de planten dat de scheut voldoende in het licht hangt. Is er veel blad tussen de hoofdstengel en de scheut, neem dan een paar bladeren boven de splitsing weg. Het blad onder de splitsing kan je, indien gewenst, later wegsnijden.

Auteur: L. Wittemans (PSKW)