Proeftuinnieuws

Kolen moeten vaak gecontroleerd worden op allerlei belagers. Maar we komen ook nuttige insecten tegen die ons een dienst kunnen bewijzen. Op dit moment zien we in biologische percelen vooral eitjes van gaasvliegen en zweefvlieglarven. In de perceelsranden zien we dan weer veel larven van lieveheersbeestjes. Ze hebben allemaal bladluizen op het menu. Gaasvliegen leggen hun eitjes op de harde stengels van bijvoorbeeld bloemkool. De eitjes zijn herkenbaar doordat ze op een stokje zitten. Gaasvliegen, en dan vooral de larven, eten bladluizen. De larven zijn grijsbruin en hebben grote vooruitstekende kaken. De larven van de zweefvliegen zijn doorzichtig en het lichtrode darmkanaal is goed zichtbaar. De pop heeft een heel herkenbare druppelvormige vorm. De larven zijn predatoren van bladluizen. Ze zuigen ze leeg of verorberen ze in hun geheel.