Proeftuinnieuws

Het is belangrijk dat je de onkruidontwikkeling van bij het begin van de teelt nauwgezet opvolgt, want de witloofplant heeft een trage jeugdgroei. Na het maken van een vals zaaibed, bestaat een goede onkruidbestrijding meestal uit de combinatie van de toepassing van herbiciden en mechanische onkruidbestrijding. We raden de toepassing van een standaardschema op alle percelen af. Je stemt de gevolgde strategie best af op de aanwezige onkruiden. Controleer je percelen wekelijks om, indien nodig, specifiek per perceel en afhankelijk van de onkruiddruk, onkruidsoorten, weersomstandigheden, witloofontwikkeling … een gepaste bespuiting uit te voeren. Zo kan je de toepassing van herbiciden op percelen met een lage onkruiddruk dikwijls beperken. De resterende onkruiden op deze percelen kan je meestal opruimen met een schoffelmachine. Op percelen met een zware onkruiddruk kan het noodzakelijk zijn om verschillende keren een na-opkomstbespuiting uit te voeren met herbiciden aan een lage dosis. Meestal zijn deze herhalingen nodig om het aanwezige onkruid stap voor stap te degenereren zonder het witloof te ernstig te beschadigen. Overblijvende, grote onkruiden zoals melganzenvoet en melkdistel kan je ook bestrijken met een totaalherbicide.